Huis Brunheim

Wij gaan terug naar het jaar 794. Een dijk vanaf de IJssel liep tot aan de boerenhofstede Brimnun, een woning van houten palissaden en leem, hoog en droog. Bodemvondsten tonen aan dat deze historische plek intensief is gebruikt door mensen: Pingsdorf aardewerk, kogelpotten, gouden knopfibula’s en rood geglazuurd aardewerk met motieven. Uit de eeuwen daarna zijn er bodemvondsten als Chinoiserie en pijpenkopjes. Op het terrein zijn ook een grote berg oesters en resten van wijnflessen gevonden, duidend op een bacchanaal. Misschien wel van Napoleon, die naar verluidt op of nabij het terrein een kampement zou hebben opgeslagen. In het Brummens archief is een bestek ontdekt van een verbouwing uit 1401. Huis Brunheim, zoals het er nu uitziet, dateert uit 1650.

Tijdens de eerste restauratiefase, die van 1993 tot 1994 duurde, zijn meerdere verrassende vondsten gedaan, zoals circa 60 centimeter dikke muren van dubbele rijen kloostermoppen, haaks onder de gebouwen door lopend. Mogelijk overblijfselen van een donjon van veel eerdere datum dan de gevels die bij het herstel van het stucwerk hun 17eeeuwse oorsprong prijsgaven. De centrale rib van het huis in de huidige bibliotheek is een muur van rond 1400, compleet met kaarsnissen. Een bestek van een verbouwing uit 1401 noemt recepturen van pigmenten met lijnolie en hebben aan het licht gebracht dat op meerdere plekken in het huis nog oorspronkelijke kleurstellingen aanwezig zijn. Zelfs het aantal te vervangen zandstenen kruisramen komt overeen met het huidig tal ramen. Uit dat zelfde bouwbestek komt naar voren dat in Huis Brunheim recht werd gesproken. Van de “Richterskamer” verkeerde de vloer in slechte staat en deze zou van nieuwe planken worden voorzien. Een bijzonder historisch detail omdat in die periode meestal het voorportaal van de kerk dienst deed als rechtbank. Mogelijk is dit het laatste waarin Huis Brunheim een voorname rol heeft gespeeld. De kerk kreeg vanaf die periode ook door haar omvang een prominentere plaats. Het huis raakte in vergetelheid tot na de reformatie, als meerdere voorgangers in de kerk archieven opduiken. Een van de dominees was kennelijk vermogend en heeft in 1894 de serre verbouwd tot haar huidige vorm en omvang als een van de grootste particuliere serres in Nederland. De dominees waren behalve voorganger ook herenboer en vrijwel alle landerijen langs de dijk, die vanaf het koetshuis tot aan het Halfvasten loopt, behoorden tot de ‘wheme’, zoals een pastorie vroeger werd genoemd.

Voordat de N348 werd aangelegd stroomde bij hoogwater het IJsselwater tot aan het terrein. De dijk is grotendeels afgebroken en mogelijk gebruikt voor het talud van de N348. Vanaf de N348 tot aan de IJssel is de dijk, waarover vroeger het hooi van de velden naar het koetshuis werd gebracht, nog intact. Kort na de Tweede Wereldoorlog is het huis als pastorie afgestoten en verkocht aan Jonkvrouwe Mispelblom Beijer en haar echtgenoot de van oorsprong Russische Graaf Thunack van Arnim Boroskoi. De aan de Russische revolutie deels ontkomen Grafelijke familie vond in Huis Brunheim een stukje luister van weleer, maar had te weinig mogelijkheden om het huis grondig te restaureren. Dit is pas na 1992 gerealiseerd toen het huis is aangekocht door psychiater Bohlmeijer. Diens inspanningen hebben ertoe geleid dat Huis Brunheim als eerste particuliere Rijksmonument in Nederland kon worden gerestaureerd met hulp van het Nationaal Restauratie Fonds. Een bijzondere bijkomstigheid was dat de herdenkingsfeestelijkheden van Brummens 1200 jarig bestaan in 1994 luister konden worden bijgezet door de officiële opening van het huis na de eerste restauratiefase door de voorzitter van het Nationaal Restauratie Fonds, Mr. Pieter van Vollenhoven. De achteloze voorbijganger treft nu een voornaam huis, zoals vele anderen in Brummen en omgeving, maar vergis je niet dit is een van de oudst door mensen bezochte en bewoonde plekken van Nederland.

Bezoek adres: Marten Putstraat 16, 6971 AD Brummen.

Routes Visit Brummen Eerbeek