Koppelenburg

In 1841 werd het landhuis Den grooten Kloppenburg gebouwd voor mw. Berns-Heinsius, weduwe van een arts. Ernaast stond 'Den kleinen Kloppenburg'. In 1850 verkocht zij beide huizen inclusief 5,5 hectare grond voor 24.000 gulden aan jhr. mr. J.W.C. van Vrijberghe van Westerschouwen, advocaat te Amsterdam. Nadat in 1903 de vrijgezelle jonker overleed, werd het herenhuis in een publieke verkoping verkocht voor 15.111 gulden aan J.A. Gerritsen uit Zutphen. In de verkoopsadvertentie is te lezen: ‘De Koppelenburg bijzonder mooi gelegen aan den Rijksstraatweg van Zutphen naar Arnhem, in de Kom van het dorp Brummen en bestaande uit solied Heerenhuis met breede Gazons, grooten Moestuin met Perzikmuur, Boomgaard, Bosch met zwaar opgaand hout en Weiland, groot 5 hectaren 46 A. 50 cA.’ Vanaf dat moment staat de buitenplaats bekend onder de naam Koppelenburg, naar 'koppel', een beekje en het weiland nabij het huis. De familie Gerritsen bleef tot 1945 eigenaar, al werd het landhuis vanaf 1932 verhuurd als artsenwoning met praktijk. Eerst aan dr. Van Assendelft, en later aan zijn opvolger dr. Rost-Onnes. In de Tweede Wereldoorlog werd het pand door de Duitsers in beslag genomen. Na de oorlog was het gedurende enkele jaren een dependance van de paters die op de Rees woonden. De buitenplaats werd in 1957 verkocht aan A. Blankenheym, directeur van de Raiffeisenbank. Van 1977 tot 1997 bewoonde de familie Kien het pand. Na verkoop aan de huidige eigenaar, familie Aaldering, werd het huis inpandig gerestaureerd. Achter het landhuis, waar de familie woont, is een grote gallery als showruimte voor klassieke auto’s